De geschiedenis van Denim: Het materiaal waar werkkleding van is gemaakt

Denim - Waar komt de naam van deze stof vandaan?

Als u denim hoort, denkt u automatisch aan cowboys, ongedwongenheid en vrijheid - maar de stof waarvan spijkerbroeken zijn gemaakt is veel ouder. Al in de 17e eeuw weefden kleermakers in Nîmes, Frankrijk, een duurzame stof van katoenvezels met het typische patroon van de moderne spijkerbroek. De naam "denim" komt van de verkorting van de Franse term "serge de nîmes", wat "stof uit Nîmes" betekent. Het katoenweefsel was goedkoop te produceren, waardoor het het ideale materiaal was voor werkkleding voor gewone mensen. Denim kreeg zijn karakteristieke blauwe kleur van het al even goedkope indigo - omdat dit na verloop van tijd vervaagd, was het oninteressant voor de rest van de stoffenmarkt. Niet zo voor denim: het vervagen en het verkleuren van de kledingstukken zijn tot op de dag van vandaag een echt handelsmerk voor denimproducten geworden.

Hoe wordt denim gemaakt?

Denim wordt al eeuwenlang op dezelfde manier geweven: het keperbindingweefsel, d.w.z. een verspringende plaatsing van inslag- en kettingdraden, zorgt voor de stabiele denim eigenschappen en het karakteristieke patroon. Dit weefsel wordt zichtbaar door de verschillende kleuren van de ketting- en inslagdraden, omdat de kettingdraad meestal blauw is en de inslagdraad wit.

Wat zijn de eigenschappen van denim?

Dankzij het speciale weefsel is denim een echte allrounder! In tegenstelling tot andere soorten stof zijn de draden losser met elkaar verweven. De verspringende weefpunten maken de stof slijtvast en scheurvast. Katoen is ook heel onderhoudsvriendelijk en kan gemakkelijk worden gewassen.

Denim van 100% katoen is niet erg rekbaar en ziet er daarom een beetje stijf uit als het gedragen wordt. Voor een betere pasvorm worden er vaak stretchgarens in de denim geweven, waardoor het nog comfortabeler wordt om te dragen.

Klassieke werkstof - de uitvinding van jeans

Toen Levi Strauss en Jacob Davis het patent voor de "studded trousers" aanvroegen, hadden ze een slijtvaste werkbroek voor mijnwerkers in gedachten. Davis' idee om zakken en kritieke naden te versterken met metalen klinknagels voorkwam scheuren en schade door zwaar gereedschap. Het materiaal dat toen werd gebruikt was nog bruin, hardnekkig canvas, maar dit werd al snel vervangen door het zachtere maar even robuuste denim. In die tijd droegen vooral mijnwerkers en boeren denim jeans, omdat de stof hen beschermde tegen verwondingen, zeer duurzaam was en gemakkelijk kon worden gereinigd.

Met de triomf van de Levis 501 uit Californië en de versterking van de Hollywoodindustrie aan het begin van de 20e eeuw veranderde de spijkerbroek van werkbroek in een modieus kledingstuk. Filmsterren als James Dean en Marlon Brando gaven ze de charme van wilde vrijheid die ze vandaag de dag nog steeds uitstralen.