Bedrijf
Prijzen excl. BTW (netto)
Al in de zevende eeuw voor Christus heeft koning Assurbanipal van Assyrië naar verluidt uit vrees voor vergiftiging de koks in het paleis opgedragen om een koksmuts te gebruiken. De koksmuts moest, net als de koninklijke kroon, de trouw van de koks in het paleis aan hun heerser symboliseren en als herkenningsteken dienen.
In de Grieks-Romeinse oudheid zouden koks hoofddeksels met laurierbladeren hebben gedragen om het begin van festiviteiten aan te geven. Volgens andere legenden vindt de koksmuts in het Oost-Romeinse Rijk zijn oorsprong in de zogenaamde kamilavkon, een zwarte cilinderhoed, die als hoofddeksel van Grieks-orthodoxe priesters diende.
In 1727 zou de Engelse koning George II, die bekend stond om zijn reinheid, een luis in zijn eten hebben gevonden, waarop hij aan zijn koks het bevel gaf zich kaal te scheren en een op een slaapmuts lijkende koksmuts op te zetten.
Als uitvinder van de koksmuts beschouwt men de Fransman Antoine-Marie Carême (1784-1833), die ook bekend staat als dé koning van de koks en de kok van de koningen, en aan de wieg heeft gestaan van der Franse haute-cuisine. Carême kookte voor de Engelse koning George IV, de Oostenrijkse keizer Franz I en de Russische tsaar Alexander I.
Hij ontwikkelde de witte koksmuts als statussymbool van de exclusieve gastronomie en droeg voor het eerst een muts in 1821 toen hij in dienst was bij de Engelse ambassadeur in Wenen. Het ontwerp van de muts is gebaseerd op militaire uniformen van het Congres van Wenen en hij maakte de tot die tijd gedragen slappe muts (de zogenoemde toque) aan de binnenkant stugger met behulp van een ring van stevig papier. Met zijn kookkunst en zijn opgeruimde en verzorgde verschijning gaf hij inhoud aan de beeldvorming van de kok en legde de basis voor het succes van de koksmuts in heel Europa en daarbuiten.
De hoogte van de koksmuts geeft de rang aan van de kok. Al in de tijd van Carême ontwikkelde zich onder koks een systeem van rangen.
Aan Auguste Escoffier (1847-1935), de keizer der koks, is de moderne, hoge, gevouwde koksmuts te danken zoals we die vandaag de dag kennen. Tijdens zijn dienstbetrekking in het hotel Savoy in Londen vanaf 1890 reorganiseerde hij zijn team en onderstreepte hij het belang van gepaste en onberispelijke werkkleding voor zijn koks. Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog werd de koksmuts al grootschalig ingezet.
Tegenwoordig verschuift de trend onder topkoks van de koksmuts naar meer casual hoofddeksels zoals bandana's of helemaal geen hoofddeksels - ironisch genoeg om zich te onderscheiden te midden van het grote aantal koks. In de duurdere gastronomie is de klassieke koksmuts echter nog steeds een statussymbool en staat voor een excellente keuken.
De vouwen in de muts zouden een weerspiegeling zijn van de honderd manieren waarop ijs kan worden toebereid.